Interview: Elsa Birgitta Bekman

Wanneer ik langs het Backstage Hotel loop zitten Elsa Birgitta Bekman en Jade Welling in het raam zich ontspannen voor te bereiden op de persdag. Harmen Commandeur legt ondertussen alles vast, zoals hij al jaren doet. Het feit dat ze met z’n drieën aanwezig zijn is illustratief voor de manier van werken van Elsa blijkt tijdens het interview. Een zeer open gesprek in het decor van het artwork van haar debuutalbum Once In My Life over het volgen van je eigen weg. Onderweg naar thuis.

Elsa groeit op in het Westfriese dorpje Wijdenes en denkt met liefde terug aan haar vroege jeugd, haar thuis. ‘Het was een paradijs. Als kinderen renden we naakt rond in onze grote tuin. We leefden op een soort eilandje buiten het dorp. Ver weg van vriendjes en vriendinnetjes. We hadden geen kabeltelevisie dus we keken ook heel weinig tv. Daardoor ontstond er thuis een soort eigen wereldje. Niet dat we nooit mensen over de vloer hadden hoor, zeker wel. Maar van dat Westfriese ben ik nooit helemaal deel geworden.’

Once In My Life beslaat een periode van twaalf jaar, maar Elsa was muzikaal al veel eerder actief.  ‘Dit was mijn eerste instrument’ en haalt een blokfluit met haar naam nog op een sticker uit haar decor tevoorschijn. ‘Toen was ik vijf. Samen met mijn broer ging ik op blokfluitles. Ondanks dat mijn ouders zelf helemaal geen instrument bespelen vonden ze dat een goed idee. Zelf luisterden ze vooral heel veel naar muziek. Vanaf mijn zevende ging ik op pianoles en op mijn elfde op zangles. Op mijn basisschool deed ik mee aan musicals. Dat heeft wel bijgedragen aan mijn liefde voor het podium, maar niet dat ik toen al dacht dat ik dat later ook wilde gaan doen. Ik wilde allerlei verschillende dingen worden, maar niet perse muzikant. Archeoloog of zo, avontuurlijke dingen. Daar hield ik echt van.’

Muziek werd een toevluchtsoord

Wanneer ik naar het album luister en al die prachtig verzorgde clips bekijk zie ik steeds drie grote invloeden terugkomen. Relaties in het algemeen en de scheiding van Elsa’s ouders in het bijzonder, de romantiek uit de Franse film en de uitgestrekte natuur. ‘Ja, ik heb dat zelf nooit zo samengevat, maar dat klopt helemaal. De liefde voor de natuur komt bij allebei mijn ouders vandaan. Daarin vonden ze elkaar ook wel een beetje en die liefde delen ze nog steeds. We gingen veel naar Frankrijk en Zweden, omdat mijn familie daar woont. Vakanties waren altijd meer in de natuur dan in de stad. Alleen in mijn pubertijd neigde ik meer naar de stad.’ Toen Elsa elf jaar was gingen haar ouders scheiden. Het was ook het jaar dat ze voor het eerst naar zangles ging. ‘Eigenlijk mocht je pas op je twaalfde op zangles omdat je stem dan pas ontwikkeld is. Tot dan toe had ik muziekles in het dorp gehad en was ik het piano spelen een beetje zat geworden. Maar toen ik ging zingen pakte ik de piano weer op. Op een heel andere manier, meer begeleidend. Zangles was in de stad en daar ging ik ook een workshop songwriting volgen op de muziekschool. Toen heb ik mijn eerste echte nummer geschreven, Into Stone. Dus eigenlijk was het ook een beetje toevallig dat het allemaal op hetzelfde moment samenviel, de scheiding, zang, piano en de workshop. Maar muziek werd vanaf toen wel een toevluchtsoord voor me. In de bovenbouw van de middelbare school spijbelde ik heel veel. Ik wilde niet naar school, maar ik wilde ook niet naar huis. Het voelde niet fijn thuis. Mijn ouders gingen niet leuk met elkaar om en ik zat niet lekker in mijn vel. Dus ging ik naar de muziekschool waar ze me ondertussen goed kenden en vroeg ik of er een lokaal leeg was met een piano. Dan kreeg ik de sleutel en ging ik spelen en nummers schrijven.’

Het huis was de kern van mijn geluk

Persoonlijk behoort Wooden Shoes tot mijn favoriete nummers van het album. Een reflectie op die moeilijke tijd. ‘Ja, het is het meest persoonlijke nummer op het album. Het is heel eerlijk naar mijn ouders toe. Ik durfde het eigenlijk niet, maar het ontstond gewoon. Ik schreef het na mijn tienertijd als een soort terugblik op wat er na die scheiding allemaal is gebeurd. Over mijn moeder die veranderde en met een andere man verder ging waarmee ik het niet kan vinden en waardoor ik al op mijn zeventiende het huis uit ging. En over mijn vader die alleen woonde en waar ik mij dan ook schuldig over voelde en zorgen over maakte. Als die hele scheiding nooit gebeurd was zou mijn leven zo anders zijn gelopen en voor mijn gevoel zo veel mooier zijn geweest. Het huis werd bij de scheiding ook verkocht. Dat huis was voor mij representatief voor de kern van mijn geluk. Alles viel weg. Ik vind het heel moeilijk om het er met ze over te hebben, dat ik me daar niet goed over voel. Dus heb ik het in Wooden Shoes verwerkt. Later kwam mijn vader een keer na een optreden naar mij toe en zei dat hij nu pas hoorde waar het nummer over gaat.’ ‘Ik kan wel vrij directe teksten schrijven,’ gaat Elsa verder ‘maar ik schrijf ook wel een beetje abstract, poëtisch. Ik hou van metaforen. Het is ook wel een soort zelfbescherming. Dat je van de meest beroerde situaties iets positiefs kunt maken. Een mooi nummer of een aangenaam kunstwerk. Dan is het tenminste nog wat in plaats van alleen maar een kut gevoel. Dat is het mooie van muziek. En daarom vind ik het ook zo leuk om die clips er bij te maken zodat het helemaal een eigen wereldje wordt. Een droom-/fantasiewereld, maar met hele aanwezige elementen van de realiteit. Ik steek mijn kop niet in het zand door te doen alsof er niets aan de hand is, maar omdat die gecreëerde wereld zo mooi is kan ik er beter mee dealen.’

Zes van de twaalf nummers op het album hebben inmiddels een bijbehorende clip gekregen. Geregisseerd door Elsa zelf en gefilmd door haar vriend en videograaf Harmen Commandeur. ‘Mijn ambitie was om voor alle nummers een clip te maken, maar ik vrees dat ik dat moet gaan loslaten,’ lacht Elsa. ‘anders raak ik helemaal overwerkt denk ik. En weet je, met de clips voor dit album zijn we echt al jaren geleden begonnen. Het is enorm veel werk en we willen graag in het buitenland filmen omdat dat heel mooi is. Dus je hebt ook nooit echt vakantie. Daar moet ik nog een modus voor vinden. Eind van deze maand komt er bijvoorbeeld een clip uit die we al twee of drie jaar geleden gefilmd hebben. Voor Cross That Line, het oudste nummer op het album. Heel creepy. Ik hou heel erg van horror en dat soort dingen, maar eigenlijk kan ik het helemaal niet aan omdat ik er niet naar kan kijken. Dus dan ga ik het zelf maar maken. Maar het is niet zo’n zestien jaar en ouder ding hoor. Het is eigenlijk een grote metafoor. Het gaat over een geest, ik dus, die in dat huis woont. Het huis waar we filmden staat vlak bij mijn moeders huis in Zweden. De vloer was ingezakt en het plafond kwam al een beetje naar beneden. Ik liep wel een beetje te spacen tijdens die dagen, maar goed, je komt ook wel weer goed in je rol. Misschien moet ik het verder niet verklappen, maar het nummer gaat in ieder geval over ‘ontmaagd willen worden’.’ De meeste video’s zijn later bedacht, maar soms ook al tijdens het schrijfproces. Zoals bij We Were Made For Rainy Days. ‘Toen ik het achter de piano schreef regende het ook echt en dat hebben we overgenomen in de clip. We hebben dit ook gefilmd in mijn moeders huis in Zweden alleen regende het helemaal niet die dag. Jade stond achter het raam met een tuinslang regen te creëren.’

De nummers van de afgelopen twaalf jaar op Once In My Life zijn niet in chronologische volgorde op plaat gezet. Een bewuste keuze van Elsa. ‘Ik heb er wel aan gedacht en ik had het ook heel poëtisch gevonden, maar qua sfeer klopte dat niet. Ik heb gekozen voor een A-side en een B-side gevoel. Daarom is het artwork van de voor- en achterkant van het album ook anders. De voorkant is de dagkant, de meer positieve nummers. De avondkant met nummers als Cross That Line en The Kill is donkerder qua sfeer. Ieder nummer heeft een artefact uit de clip die in het artwork terugkomt.’ Elsa wijst de diverse artefacten aan, ook van Why Do You Love Me. ‘Die zijn dus eigenlijk van clips die nog niet bestaan en misschien wel nooit zullen bestaan. Net als van Quoi C’est Ca. Dat is echt een publiekslieveling. Die bewaren we met optredens altijd als laatste. Ook op de plaat is dat de afsluiter.’

Quoi C’est Ca is het enige Franstalige nummer op het album. Een taal die Elsa door haar Franse moeder beheerst en mooi past bij de sfeer van veel van haar clips. ‘Toen ik op mijn elfde begon te schrijven heb ik er niet eens aan gedacht. Ik heb wel wat Franse nummers geschreven, maar ik moet daar heel hard over nadenken. Doordat je steeds Engelstalige muziek luistert herken je patronen in songteksten. Hoe zinnen worden gevormd of rijmwoorden gebruikt. Dan gaat het meer vanzelf. Want dat is ook vaak hoe ik mijn teksten schrijf, vanuit het onbewuste. Ik heb een idee voor de akkoorden en een melodie en dan ga ik tekst improviseren en heel vaak kan ik daar dan wel een kloppende tekst van maken. Net als met het allereerste nummer dat ik schreef, Into Stone. Ik had op dat moment geen idee waar de tekst over ging. Pas jaren later realiseerde ik me dat het over de scheiding van mijn ouders ging. Mijn teksten worden ook altijd slechter als ik te bewust ga schrijven. En iedere taal schrijft anders. In het Nederlands zou ik het ook niet kunnen.’

Onderweg naar thuis

Het poppenhuis dat de albumcover siert komt ook terug in de clip van Desire Lines. Elsa heeft hier samen met Jade twee jaar aan gewerkt.  ‘Ja, dat was heel heftig, maar ook heel leuk natuurlijk. We hebben het huis van mijn moeder nagebouwd. De buitenkant letterlijk nagemaakt. Huizen komen in veel van mijn nummers terug. Het gevoel dat ik mijn thuis verloor heeft diepe indruk op mij gemaakt. Sindsdien ben ik nog steeds op zoek naar mijn thuis. Desire Lines gaat over het vinden van je eigen weg, maar ook de weg naar huis. Over je eigen pad kiezen en over de tijd dat ik andere mensen probeerde te pleasen. Door te studeren of te doen wat je hoort te doen was ik doodongelukkig, maar toen ik ging doen waar mijn passie lag bleek ik ineens een hardwerkend ambitieus persoon te zijn. Zo zou het voor iedereen moeten zijn. Vind je passie en ga er voor. Dan ben je tot zo veel meer in staat dan je denkt. Dat is dus de metafoor voor het vinden van je thuis.’ ‘Toen na de scheiding het huis werd verkocht verhuisde mijn moeder naar een rijtjeswoning,’ gaat Elsa verder. ‘Dat vond ik eerst vreselijk, maar op een gegeven moment voelde ik me daar wel weer thuis. Dat gevoel verdween weer toen ze bij mijn stiefvader ging wonen. Het huis in Zweden is het eerste huis dat mijn moeder sindsdien heeft gekocht en echt van haar is. Toen we daar filmden had ze het huis nog maar een paar maanden. Het werd voor mij een beetje een nieuw ouderlijk soort thuis. Het is dus ook letterlijk zo als ik zing ‘Found my way home’. Want dat is wat iets een thuis maakt, al die mooie herinneringen die je opbouwt. Een huis kan heel lelijk zijn, maar hoe langer je er woont en hoe meer mooie herinneringen je creëert, hoe mooier je het huis ook gaat vinden. Het gaat om een gevoel, om de liefde die in een huis zit. Dat is een thuis in plaats van een huis.’

Vriendin en violiste Jade Welling is de vaste begeleidster van Elsa op het album, live en in een aantal clips. Ook deze dag is ze mee. Vanzelfsprekend lijkt het.  ‘Jade is veel meer dan een bandlid. Ik schrijf wel alleen, maar ik heb vaak wel ideetjes voor vioolpartijen en dan geeft Jade haar eigen ideeën en invulling. We kennen elkaar al heel lang, speelden vroeger samen in een bandje en wonen ook allemaal anti-kraak in hetzelfde gebouw. Het is een grote creatieve community. Er staat een piano bij haar en er staat een piano bij ons dus we zijn heel veel samen. En Jade vindt het ook gewoon heel erg leuk. Ze is er zo veel mogelijk bij. Dat maakt het zo veel leuker en gemakkelijker. Als solo artiest ben je nooit echt alleen, maar wij zijn bijna een duo. We gaan bijvoorbeeld ook met z’n drieën naar Zweden om zo’n clip op te nemen en binnenkort gaan we naar Parijs als dat kan voor de clip van Quoi C’est Ca. De zus van Harmen studeert nu film- en literatuurwetenschappen en zij helpt nu ook mee met clips en zo. Zo wordt de familie steeds groter en dat is heel leuk. Ik hou van alleen zijn, maar eigenlijk van alleen zijn met mensen om mij heen.’

Ik kom nog maar net kijken

Een albumrelease wordt meestal gevolgd door een tour. Je werk live aan het publiek presenteren. Dat lijkt nu lastiger in deze tijd die beheerst wordt door corona.  ‘Het valt wel mee voor ons. We treden eigenlijk helemaal niet weinig op. Eind oktober willen we een albumrelease concert doen en in november hebben we nog een optreden staan in schouwburg Het Park in Hoorn. Onze boeker zegt dat er juist wel mogelijkheden zijn omdat wij wat kleiner zijn. Wij vullen geen zalen van duizend man. Het is ook meer luistermuziek dus het is ook niet gek dat mensen zitten bij onze concerten. Ik vind het sowieso niet gek als ik nog niet heel veel aandacht krijg want ik kom nog maar net kijken. Ik ben heel dankbaar voor alle mensen die nu tijd voor mij vrij maken. Het moet groeien, het vindt zijn weg wel. Zolang je met volle overgave doet wat je doet en er een stijgende lijn in zit, dan ben ik al blij. Ik ben niet heel erg bezig met media en zo. Nu met corona hoef ik het nieuws ook nooit zo te horen, sowieso eigenlijk nooit. Ik ben veel meer gefocust op mijn eigen ding. Ik vind het veel leuker om een clip te delen met de wereld. Die heeft dan niet meteen heel veel views, maar dat groeit vanzelf wel. Artiesten die ik zelf te gek vindt zijn mensen die vaak pas bij hun derde plaat of zo succes kregen. Ik denk dat je zo ook meer een steady fanbase en carrière opbouwt. Niet dat ik de ambitie niet heb hoor.’

Je verwerkt dingen nooit zo snel als je misschien zou willen

Once In My Life ging over de persoon die Elsa was. Maar hoe ziet het vervolg er dan uit? ‘Ja, dat is de vraag dus. Zal het een thema zijn dat altijd terugkomt? Dat zie je natuurlijk bij veel kunstenaars. Ik kan me voorstellen dat dat bij mij ook zo zal gaan, maar misschien op een andere manier omdat je ondertussen ook al wat verwerkt hebt. We zijn ondertussen al weer in de studio bezig met de tweede plaat. Het eerste nummer dat we hebben opgenomen heet  Once Upon An Altered Past wat een soort Wooden Shoes thema heeft. Je verwerkt dingen nooit zo snel als je misschien zou willen. Maar ik denk wel dat ik nu meer mijn kindertijd achter me laat. Ik ben nu 29 dus je kunt ook zeggen dat je die allang achter je had moeten laten, maar ik heb het heel lang meegenomen. Ik leef nog heel erg in dat verleden. Dit album is wel een soort verwerkingsproces voor mij geweest. Ook omdat ik die nummers nog altijd met mij meedroeg, maar er nooit echt iets mee deed. Nu heb ik het echt een concrete klank gegeven en een concreet beeld er bij. Dan kun je het beter vastpakken en ook weer wegleggen misschien. Sowieso waren de afgelopen jaren voor mij echt heftig. Emotioneel, mentaal, de gezondheid van familieleden en de breuk met mijn band (The Tibbs), waarbij ik het heel  eng vond om de confrontatie aan te gaan. En ook om dan dit te gaan doen wat ik nu doe, want in dat opzicht doe ik het wel redelijk alleen. De verantwoordelijkheid ligt op mijn schouder en die heb ik ook echt wel gevoeld. Het was een sprong in het diepe, maar al die nieuwe dingen geven je ook veel kracht. Je stapt uit je comfort zone en daar maak je ook de meest persoonlijke groei mee door. En zoals ik al zei, ik hou wel van avontuur.’

We lopen nog even langs het decor waar Elsa liefdevol uitleg geeft over alle persoonlijke familie objecten en andere voorwerpen die er liggen zoals de midsummer krans, een oude camera van haar oma met een lippenstift er in, een oude agenda. De trouwringen van haar opa en oma die ze draagt. ‘Het zijn veel objecten met een emotionele waarde. Dat is waar ik van hou.  En ik hou van tegenpolen. Dag en nacht, de langste en kortste dag, de Elsa van toen en de Elsa van nu. Die dualiteit.’

.

Tekst en foto’s: Willem Schalekamp

 

 

 

Plaats een reactie

This function has been disabled for Women in Music.